Het is als gemeente nog niet zo eenvoudig om kleinere onderwerpen een goede plek te geven in organisatie én beleid. Zeker wanneer zo’n onderwerp zich niet gemakkelijk voegt binnen één beleidsterrein, zoals het onderwerp vrijwilligersvervoer.

Vrijwilligersvervoer raakt vaak aan allerlei gemeentelijk beleid: aan Welzijn, Wmo, Jeugd, Verkeer en Openbare Ruimte en Economie. Soms krijgt het een duidelijke plek bij een van deze beleidsvelden of binnen een gemeentelijke afdeling. Soms wordt er geen keuze gemaakt en blijft het onderwerp zweven. Dan is het onduidelijk wie erover gaat. In beide gevallen is er vaak te weinig aandacht voor de consequenties.

Praktisch: een aanspreekpunt voor vrijwilligersvervoer

Stel, we nemen een gemeente met verschillende vervoersdiensten. Bijvoorbeeld: een maatjesdienst met eigen auto van de chauffeur; een shuttledienst naar het winkelcentrum; een zelfstandige stichting voor dagbestedingsritten en korte afstanden; deur-tot-deur vervoer; een rolstoelbus voor uitjes en een Buurtbus. Deze diensten zijn zó verschillend dat je ze zou kunnen koppelen aan verschillende gemeentelijke afdelingen.

Er zijn voor- en nadelen te benoemen bij het onderbrengen van vervoer bij de ene- of de andere afdeling. Vaak zien we vervoersdiensten met vrijwilligers een beetje ‘zweven’ omdat zij met meerdere gemeentelijke afdelingen te maken hebben. Er is geen centrale contactpersoon. Soms is er ook geen financiële relatie met de gemeente, maar is er wel contact en samenwerking. Gevolg: er ontstaan verschillende vormen van financiering en afspraken met vervoersinitiatieven. En het is vaak onduidelijk wat het initiatief precies oplevert. Immers; wat levert het op voor welke inwoner met welk doel. Dit pleit ervoor vrijwilligersvervoer een plek te geven in beleid. Bijkomend voordeel is dat vervoersdiensten niet meer hoeven zoeken binnen de gemeentelijke organisatie. Een helder aanspreekpunt, idealiter iemand die ook in de gemeentelijke organisatie zaken uitzoekt, zou ook voor vervoersdiensten een grote winst zijn!

Oók een visievraagstuk

Maar er is ook nog wat anders aan de hand. Het gaat namelijk niet alleen om een praktisch vraagstuk, maar ook om visie op vervoersvraag- en aanbod en de rol van vrijwilligersvervoer hierin. Wie heeft het overzicht over alle vormen van publieke mobiliteit in een gemeente of regio? Met kennis van het totale aanbod krijg je inzicht of dat elkaar aanvult en waar mogelijk gaten vallen. Hier ligt een belangrijke regie- en verbindende rol voor zowel gemeenten als regio’s.

En hoe besluit je dan of je een subsidieaanvraag aan vrijwilligersvervoer gaat honoreren? Wellicht door te kijken naar de bijdrage van het initiatief aan publieke mobiliteit én/ of de waarden die worden gecreëerd op andere (beleids)terreinen, zoals re-integratie van mensen met afstand tot werk, of het tegengaan van eenzaamheid.

En door in gesprek te gaan. Wat voor organisatie is het? Hoe kijken een initiatief naar de toekomst? Waar zien zij kansen of belemmeringen en liggen er kansen voor samen optrekken of ondersteuning? Vervoersdiensten zijn niet alleen op zoek naar financiering. Zij zijn vaak op zoek naar een netwerk en kennis. Hiermee help je hen als gemeente om meer kwaliteit te bieden en effectiever te zijn.

Utrecht

Voor de provincie Utrecht en 26 gemeenten deed het Kenniscentrum Vrijwilligersvervoer samen met Zet het afgelopen jaar een opdracht. We ondersteunden gemeenten om vrijwilligersvervoer een plek te geven in beleid en boden handvatten om met elkaar in gesprek te gaan. Met vervoersdiensten startten we een netwerk voor kennisuitwisseling.

Ben je nieuwsgierig hoe we dat doen en wat we voor je kunnen betekenen? Neem contact op met Femke Nannes.