15.000 ritten per jaar is niet ongewoon

In de provincie Utrecht bestaan heel verschillende soorten vrijwilligersvervoer. Dit aanbod ontstaat omdat er een bepaalde behoefte is. Inwoners nemen initiatief en ontwikkelen een lokale vervoersoplossing. Zo bestaat er in Nederland een divers en verassend aanbod aan soorten vrijwilligersvervoer. In het aantal ritten dat zij rijden met vrijwilligers zijn ook grote verschillen tussen de initiatieven.
Als we kijken naar organisatie en het aanbod kun je denken aan hulpdiensten die naast vervoer ook tuinonderhoud en boodschappen doen, vrijwilligersvervoer onder de vlag en aansturing van een welzijn- of zorginstelling, maatjesdiensten die rijden met de eigen auto van de chauffeur, zoals Automaatje of Automobiel. Andere voorbeelden zijn een pendeldienst die locaties van een ziekenhuis verbindt, een buurtbus die een route rijdt tussen gemeenten en wijken binnen een ov-concessie en rolstoelvervoer, meestal door zelfstandige verenigingen of stichtingen.
In de provincie Utrecht zijn ongeveer 10 grotere vervoersdiensten die veel ritten rijden. 15.000 ritten per jaar is hier niet ongewoon, één van hen reed er zelfs 20.000 in 2024! In een aantal gemeenten is het aantal ritten dat door vrijwilligers wordt gereden per jaar hoger dan het aantal ritten dat gereden wordt door Wmo vervoer. Een deel van deze diensten rijdt onder de vlag van een welzijnsorganisatie, een ander deel is zelfstandig. Ze rijden meestal ook dagbestedingsvervoer en vervoer van rolstoelgebruikers.
In het voorjaar kwamen directeuren en coördinatoren van deze organisaties bij elkaar om na te denken over de toekomst. Wat is een goede manier om te groeien in het aantal ritten of uitbreiding van het werkgebied? Is het nodig om, en hoe werk je samen met het formele vervoer? Hoe kun je goed samenwerken met gemeente en andere financiers? Hoe kun je betaalde coördinatie en aansturing efficiënt en goed organiseren? Hoe bevorder en borg je kwaliteit? Dit werd een bruisende bijeenkomst waarbij de ambitie werd uitgesproken om meer samen op te trekken en thema’s uit te diepen. In het najaar volgt een tweede bijeenkomst.